Op stap door Azië - Zijderoute

Op stap door Azië ten einde

Na 4 ½ maand reizen zijn we weer thuis. We kijken zeer tevreden terug op onze Grote Reis. Het was fantastisch, de reis van ons leven (tot nu toe).

De laatste weken hebben we, met wisselend plezier, doorgebracht in Thailand. Het eiland Koh Chang was een leuk eiland om een weekje uit te zakken. Het heeft mooie stranden en veel accommodaties, maar is toch ook heel toeristisch. De laatste nacht in Bangkok heeft ons weer enthousiast gemaakt voor deze bruisende stad.

Inmiddels hebben we ook het 2e gedeelte van onze China foto's, de laatste van onze zijderoutrereis, op de site gezet. We laten het daarbij. Van Vietnam, Laos en Thailand hebben we uiteraard ook foto's, maar we achten het niet zo zinvol die ook nog op de site te plaatsen.

Tijdens onze reis hebben we veel reacties gehad zowel op de site als via de mail. Allen hartelijk dank daarvoor. Het was onmogelijk om te antwoorden op alle opmerkingen. We hebben alles met veel plezier gelezen. Bovendien was het voor ons steeds weer een stimulans om door te gaan met het schrijven van de reislogs en het plaatsen van foto's, ook al kostte dat soms veel tijd en ging het in menig internetcafé nog wel eens mis.

Heel veel groeten en misschien tot een volgende Grote Reis. Marian & Piet

One World One Dream

Bij deze alsnog ons tweede verhaal over China. Het was al grotendeels klaar maar het kwam er maar niet van om het af te maken.

One World One Dream was het motto van de Olympische Spelen. Wat moet je ermee? Het is, vooral in Beijing, duidelijk dat China er alles aan gedaan heeft om de rest van de wereld een droom(beeld) voor te zetten.

Het Olympisch stadion, het zwembad, de pleinen eromheen, het straatmeubilair, de kunstwerken: alles ziet er indrukwekkend goed uit. Veel in de stad Bejing is goed georganiseerd. De ondergrondse is sterk uitgebreid, functioneert zeer modern. Een rit kost, ongeacht de lengte, 25 eurocent; bij de uitgang wordt je plastic chipkaartje ingeslikt (recycling). Taxi's rijden allemaal op meter, geen gezeur over de ritprijs, ook niet over een eventuele fooi. Het vliegveld, er zijn er meerdere, is modern. Er zijn veel nieuwe en soms heel bijzondere gebouwen, o.a. het door Rem Koolhaas ontworpen CCTV gebouw, waar nog steeds aan gewerkt wordt . Een en ander is ook ten koste gegaan van oude woonwijken (hutongs). Lang niet alles zal een verbetering zijn voor de eigen mensen, maar het is wel fascinerend om te zien hoe zo'n wereldstad met 17 miljoen inwoners reilt en zeilt. Alleen al het verkeer, iets minder chaotisch dan in andere Chinese steden, blijft verbazen. Uiteraard veel, vrij nieuwe, auto's en taxi's die de nodige zichtbare luchtvervuiling veroorzaken. Veel bussen: kleine, grote en zeer lange, maar ook nog trolleybussen. Bij de bushaltes staan vaak heel veel mensen te wachten (de bus zal waarschijnlijk goedkoper zijn dan de metro). Dan uiteraard de brommers en brommertjes. En tenslotte de 'nine million bicycles in Beijing'. Het lijkt erop dat inmiddels veel fietsen vervangen zijn door brommers. Zelf hebben we ook een paar dagen met de fiets deelgenomen aan het verkeer. De anticiperende manier van rijden is ons grotendeels vreemd, maar het went snel. Soms probeer je nog op een Westerse manier richting aan te geven door je hand uit te steken. Chinezen lijken daar weinig van te begrijpen, misschien zien ze je armbewegingen als een vorm van tai chi op de fiets, een nog uit te vinden variant. Het was een bijzondere ervaring om zo'n grote stad fietsend te verkennen, al is fietsen op een te lage fiets wel een extra opgave.

In deze vaak zeer moderne groots aandoende omgeving moeten veel Chinezen op zeer kleine schaal hun dagelijks kostje bij elkaar verdienen. Daarbij maken ze vaak gebruik van allerlei soorten, al of niet motorisch aangedreven, vervoermiddelen op 2, 3 of 4 wielen. Met name het verkopen van allerlei etenswaren (tot complete maaltijden aan toe) gebeurt op deze mobiele manier.

Er is geen land waar we zoveel straatvegers hebben gezien, van ´s ochtends vroeg tot ´s avonds laat in de weer. Afval wordt ook nog op andere manieren afgevoerd. Je ziet veel vuilstruiners: mensen die afval, al of niet in zakken, dat ze langs de weg tegenkomen doorzoeken naar 'bruikbaar' materiaal, vooral plastic, blikjes, karton en papier. Voor 1000 plastic flessen ontvangen ze 1 Yuan (= ong. 12 Eurocent). Het zijn niet alleen zwervers die dit doen, maar vooral ook veel oude gewone mannen en vrouwen die op de fiets langskomen. Een bijzondere vorm van vuil opruimen (recycling) zagen we in Beijing bij het Plein van de Hemelse Vrede. Jongeren deelden daar folders uit voor een festiviteit of een opening of zoiets; 20 tot 50 m verderop stonden zwervers de weggegooide folders als oud papier te verzamelen. Je komt regelmatig bedelaars tegen. Op een avond zat midden op een breed trottoir een bedelaar zijn geld te tellen. Hij maakte keurige stapeltje van 10 met de 10e steeds omgevouwen om de andere 9. Prachtig om te zien.

Tenslotte iets over de hoogtepunten van het 2e China deel. Dat waren: het terracottaleger in Xi'an, de Verboden Stad in Beijing, het Olympisch stadion en uiteraard de Muur. We willen daar niet uitgebreid over vertellen. De meeste beelden daarvan zijn jullie wel bekend, kijk anders naar onze laatste fotoserie die we eerdaags op de reislog zullen plaatsen. Deze beroemde bezienswaardigheden dragen sterk bijaan het (droom)beeld dat China op de buitenwereld wil achterlaten.

Marian & Piet

Lijven

Lijven, grote lijven, zeer grote lijven, dikke lijven, ontblote bovenlijven, blanke lijven, roodverbrande lijven, lelijke lijven, tattoo lijven, piercing lijven.

Australiërs, Duitsers, Russen, Finnen, Hollanders, Zweden in gezelschap van kleine, vaak iele, Thaise vrouwen/meisjes (...... op stokjes). Zeer korte rokjes, naaldhakken. Oude kale mannen (met steunkousen en/of stok) met jonge meiden.

Bars, kroegen, grote bierschuren, muziek, harde muziek, girly bars, meisjes dansend op de bar.

Jongens, veel lieve jongens. Travestieten met donkere stemmen en hoekige kaken.

‘s Ochtends mannen met bier aan de bar, somber, doelloos voor zich uitkijkend.

Massage, foot massage, aroma massage, oil massage, Thai massage, extensive Thai massage.

Strand, veel strand, mooi wit strand, ligbedden, parasollen, lijven op de ligbedden onder de parasollen, etend, drinkend, ........

Het is misschien goed om het een keer gezien te hebben maar zoveel lelijke onappetijtelijke mannen bij elkaar op zoek/weg naar ........

Laagvliegende tuktuk.

Vanuit Pakse in Laos zijn we met de bus naar Ubon Rachatchani in Thailand gegaan. Ook hier hadden de grensambtenaren weer last van 'overtime'. Toen we Laos binnenkwamen ging dat in om 17.00 uur, nu was dat 16.00 uur. Logisch want onze bus vertrok om 15.30 uur en was om 16.15 uur bij de grens, dus ..... Op het busstation aangekomen hadden we al snel een tuktuk te pakken die ons naar het hotel zou brengen. Echter na een paar kilometer ontdekten we dat we een tas in de bus hadden achtergelaten. Alhoewel de chauffeur niet veel Engels verstond, begreep hij toch direct wat er aan de hand was en maakte direct rechtsomkeer. Helaas de bus was al vertrokken, naar Bangkok?? Wij, de tuktuker en ik, werden doorverwezen naar een loket waar gebeld werd. Ik begreep niet goed wat er gebeurde, maar de chauffeur blijkbaar wel want hij spoorde mij aan direct terug te keren naar zijn vervoermiddel, waar Marian de overige bagage bewaakte, en toen we werden we getrakteerd op een spectaculaire attractie: laagvliegen met een tuktuk. Hij scheurde iedereen aan alle kanten voorbij en nam sommige bochten bijna op twee wielen en dat kan natuurlijk gauw want er zijn er maar drie. Toch was het genieten. Intussen vroegen wij ons af waar we naar toe zouden gaan: was hij bezig de bus in te halen die op weg was naar Bangkok? Op een lange rechte straat maakte hij plotseling een 'u-turn' (een goed Nederlands woord is mij niet bekend) en gaf hij aan dat we nu achter 'onze' bus reden die vrij snel daarna een steeg insloeg en een parkeerplaats zocht in de remise. De tas lag nog op zijn plek. In een rustiger tempo zijn we naar het hotel gegaan. We hadden met de chauffeur een prijs afgesproken van 150 Baht en ik vroeg hem hoeveel we hem verschuldigd waren. Aarzelend antwoordde hij of 200 Baht akkoord was. Een fantastische, goedlachse man die dolgelukkig was met de 250 Baht die wij hem gaven. Een prachtige ervaring.

Nu we het toch over vervoer hebben. Vanaf Ubon R. zijn we met een nachtbus naar Pattaya (de grootste vergissing van onze reis, daarover later misschien meer) gegaan. Een prima bus met goede ruime zit/ligplaatsen en een steward aan boord die af en toe voorin de bus een mededeling deed, daarbij begon hij met het bekende Sabaidee kap en nam daarbij tegelijkertijd de bekende Thaise groethouding aan: de handen gevouwen voor de borst. Hij knikte altijd even apart naar ons (wij zaten vooraan). De eerste keer dachten we nog zo direct komt hij ook nog een keer in het Engels. Maar nee, hij sprak geen woord in deze taal. Aangezien wij de enige witneuzen waren, was dat verder geen probleem en wij volgden gewoon de Thaiers. Het was de woensdagnacht van 30/31 december en de meeste werkenden hebben de laatste dag van het jaar en de eerste dagen van het nieuwe jaar vrij. Dat betekent blijkbaar dat velen, vanaf Bangkok, in die nacht naar huis of familie reisden. Tussen 3 en 5 uur kwamen we lange files tegen die ook ons enig oponthoud bezorgden. Op een tweebaans weg gaat men bij drukte naast elkaar staan daarbij de andere weghelft gedeeltelijk gebruikend. Dat is niet altijd handig wanneer ere een grote bus langs moet. Onder politiebegeleiding werd er voor meerdere bussen een weg gebaand door de verkeersjungle totdat we weer een vierbaans weg bereikten. Onderweg was erg veel politie op de been. De meeste plaatsen waar we onderweg doorkwamen waren feestelijk verlicht. Altijd kom je minstens een portret van de koning tegen, in een lijst met goud. In andere landen zagen we vrijwel steeds hetzelfde portret van een staatshoofd. Hier is het vaak verschillend: als jongeman, officieel gekleed, informeel gekleed, fotograferend enz. Om 7.30 uur kwamen wij aan op het busstation van het Sodom en Gomorra van Thailand.

Inmiddels hebben we er alweer een, normale, busreis opzitten naar Trat, vlakbij de Cambodjaanse grens. Morgen gaan we richting het eiland Koh Chang. Gegroet vanuit het land van de glimlach, Marian & Piet.

Sabaidee Friends

Vang Vieng is de plaats waar we ons de afgelopen dagen vooral beziggehouden hebben met niets doen en het laatste deel van de reis plannen. Het is eigenlijk een stad van niks met zo'n 30.000 inwoners en een klein compact centrum, gelegen aan de Nam Song temidden van prachtige karstformaties. In het gebergte zijn veel te bezoeken grotten en tunnels. Het is een oord voor de min of meer actieve reiziger: kayaking, tubing (op een tractorbinnenband stroomafwaarts drijven), caving, wandelen, klimmen en fietsen. We zijn een dag fietsend op pad geweest met twee gidsen, twee Schotten, een Engelsman, een Duitser en een Francaise. De touroperator had gezorgd voor uitstekende MTB fietsen: Marian op een Giant, ik op een Trek, eindelijk een fiets die de juiste framemaat had. Ik was blij eindelijk weer eens een eind te kunnen fietsen. We waren beiden helemaal in ons element. Fietsend tussen de velden, door dorpen, langs de rivier, onderweg een immense grot bezocht, genoten van een BBQ-lunch, hebben we zeker 40 km afgelegd over onverharde stenige wegen en paden. We kwamen om 5 uur, moe maar zeer voldaan, terug in Vang Vieng. Onderweg zijn we door dorpen gekomen met verschillende bevolkingsgroepen waar de gidsen het een en ander over hebben verteld. De meeste Lao's bouwen hun huizen op hoge palen; de Hmongs bouwen ook op palen, maar lager, terwijl de Khamu direct op de grond bouwen. De laatste groep werd door de gids als lui gekenschetst: ze verbouwen niets, hebben geen bomen rond het huis, ze jagen alleen maar wat. Ook hier in Laos is er kennelijk een zwart schaap onder de bevolkingsgroepen. De Khamu zijn in ieder geval de mensen met de laagste levensstandaard. Wanneer je zo rondrijdt krijg je een goed indruk van de zeer beperkte welvaart in dit land. Maar steeds weer hoor je vanuit alle hoeken 'Sabaidee' (= hallo). Met name de kinderen staan van verre al te zwaaien en te roepen naar je. Uiteraard krijgen ze altijd een reactie. Ook de ouderen genieten mee van dit steeds terugkerend ritueel.

Vang Vieng een merkwaardige plaats met veel budget accommodaties, veel gebouwen die verwaarloosd zijn, gebouwen die nog niet af zijn (maar wel al gebruikt worden), veel bouwactiviteiten, teveel schreeuwerige tenten in de hoofdstraat. Het lijkt soms ook een beetje op de Costa's: Aussies die met getatoeëerde ontblote bovenlijven rondlopen of aan het bier of lao lao (whisky) zitten. Het merkwaardigste fenomeen is Friends. Verschillende restaurants zijn TV-bars waar de bezoekers, met hun neuzen allemaal dezelfde kant op, zittend of half liggend aan de eettafel naar een aflevering van Friends kijken. Dat gaat de hele dag door. Vooral ‘s avonds zitten die tenten, met allemaal een andere episode, behoorlijk vol met voornamelijk jongelui. Volgens de Lonely Planet wordt er daarbij flink gebruikt (wij hebben dat niet kunnen constateren). De Laotianen kijken zelf overigens heel graag tv, vooral Thaise soaps zijn heel populair. Gelukkig zijn er ook genoeg normale gelegenheden en hebben wij ietwat buiten het centrum een comfortabele cottage met veranda. In de meest eenvoudige uitvoering zijn het grotendeels bamboe huisjes met een verende houten vloer. Wij heben gelukkig een moderne variant met veel hout, een degelijke vloer en alleen bamboe aan de binnenzijde (zeer decoratief). Laos is het land van de bamboe, het wordt voor van alles gebruikt en er is gemakkelijk aan te komen.

Tenslotte: Kerstmis. In de straten probeert men enige aandacht te besteden aan dit niet-Buddhistische feest: een enkel zielig verlicht kerstboompje, verlichte kerstslingers, verkopers met zo'n stomme kerstmuts op. Op de kerstmenu's staat de bekende kalkoen. Toch klopt het niet, het vloekt eigenlijk met dit land. Voor ons zullen 25 en 26 december 2008 gewone dagen worden. Morgen, 24 december gaan we met de bus naar Vientiane, de hoofdstad; op 26 december vliegen we van Vientiane naar Pakse in Zuid-Laos. We blijven dus nog even in Laos en zullen vanuit Pakse de grens oversteken naar Thailand dat we als laatste land zullen aandoen. Dus geen Cambodja, Maleisië en/of Singapore.

Tot volgend jaar. Marian & Piet.

Same same but different

'Same same' (= the same) is een uitdrukking die je veel hoort in Vietnam, ze verkopen zelfs T-shirts met dat opschrift. In Nha Trang is een restaurant met de naam 'Same same but different'.

Eerst nog even iets over Vietnam. Het viel ons op dat je vaak vaders, veel meer dan in de vorige landen, ziet die zich met hun (kleine) kind(eren) bezighouden. Je komt ze tegen in een parkje spelend met hun kinderen. Vaders (en ook moeders) halen de kleintjes op van schol of van de crèche.. De ouders zijn duidelijk trots op hun kinderen en vinden het prachtig wanneer je een foto van ze wil maken.

Een bijzonderheid is de manier waarop sommige mensen je de hand schudden. Vaak ondersteunen ze met hun linkerhand de rechterhand of -onderarm. Een Vietnamees legde uit dat het respect (voor ouderen) en warmte uitdrukt. Gewoon een hand geven is formeel/zakelijk. Het lijkt op de manier waarop in West-Afrika soms een hand gegeven wordt, maar daar was het meestal een teken van onderdanigheid. In Laos hebben we dit niet gezien.

Vroeg in de avond zijn we van Hanoi naar Luang Prabang in Laos gevlogen. Het kleine propellervliegtuig produceerde een dusdanige herrie dat je bijna tegen je medepassagier moet schreeuwen om je verstaanbaar te maken. Echter een voorspoedige vlucht , na de landing moest de piloot de rem flink aantrekken. Het vliegveld heeft slechts een (korte) start-landingsbaan zodat er alleen kleine toestellen kunnen landen wat wel prettig is want vlak voor de landing vliegen ze vlak boven het centrum. Op het vliegveld moest er voor een visum $ 1,- extra betaald worden want na 17.00 uur is het overtime, da's pas humor. Wat direct opvalt is het verkeer: veel minder motorbikes en auto's dan in Vietnam en het gaat er kalmpjes aan. L.P. is bovendien een stad met slechts 26.000 inwoners. Alles gaat hier behoorlijk relaxed, 'laidback' zou de Lonely Planet zeggen.

Laos telt maar 6 miljoen mensen, het land met het laagste aantal inwoners van Zuidoost Azië, de afgelopen 30 jaar is het aantal verdubbeld, dus veel jonge mensen. Laos lijkt in verschillende opzichten op Thailand. Allereerst de taal: alhoewel het schrift nogal van elkaar verschilt (voor ons zijn beide onleesbaar: พั่สน้กว วยฟงย สิดก) is de gesproken Laotiaanse taal voor ± 80 % gelijk aan het Thais. Het bekende Thaise 'sawadee' (= hallo, goedendag) klinkt hier als 'sabadee'. Ook de Thaise tuktuk kom je hier tegen: de gemotoriseerde driewielige taxi. En dan natuurlijk de vele Wats (boeddhistische tempels) en dus ook de vele monniken. We hebben hier een aantal mooie Wats bezocht welke duidelijk verschillen van de Chinees-Vietnamese Wats. Het is moeilijk om te omschrijven wat het verschil is maar ze tonen evenwichtiger door een beperkt kleurgebruik gecombineerd met goud. Bij een bezoek aan een van de tempels hebben een tijdje met een jonge novice (monnik in opleiding), Khankeo genaamd, gezeten die graag geholpen wilde worden met zijn Engelse huiswerk. Hij moest vragen over zijn land, stad en omgeving beantwoorden waarbij hij de beschikking had over een dik woordenboek. Met behulp van de Lonely Planet kon ik hem helpen aan wat cijfermateriaal en uitleggen wat het verschil is tussen kilometer en vierkante kilometer in het Engels aan iemand die veel moeite heeft met die taal, bleek niet eenvoudig. Ook andere jonge monniken spreken je aan om Engels te oefenen. Vaak hebben ze een boek of schrift bij zich om zich in het Engels te bekwamen. Wat daarbij opvalt is dat ze meestal zinnen uit het hoofd proberen te leren die hun woordenschat ver te boven gaat en die niets met het alledaags Engels te maken hebben, iets wat we ook al in Vietnam hadden ervaren.

We krijgen hier plotseling van alles aangeboden. Op dit moment trekken we op met familie. Ik liep samen met mijn broer hoorden we ineens: ' Tuktuk and girl, sir?' Marian en ik liepen na het eten 's avonds terug naar het hotel, kwam een man langs met de brommer: 'You want marihuana?' De avond erna liepen we met z'n zessen en kreeg we zowaar opium aangeboden. Heel bijzonder en we lopen hier nog steeds met een gerust hart rond, want onze afwijzingen met een grap of glimlach worden met een evengrote glimlach beantwoord. We hebben ons trouwens nog nergens echt onveilig gevoeld.

In Vietnam hebben we veel biljartzalen gezien, zowel tafels voor ons spel met 3 ballen als snooker en pool. Zelfs hebben we een aantal keren biljarttafels buiten zien staan. Hier in Laos wordt veel jeu de boules gespeeld, een erfenis van de Fransen. Je kunt in Laos en Vietnam ook stokbrood krijgen. Tussen de middag halen we hier aan een stalletje een heerlijke sandwich.

Twee dagen geleden zijn we naar een voorstelling geweest die verzorgd werd door jongeren. Er is hier een Children's Cultural Centre dat aan kinderen/jongeren tussen de 6 en 18 cursussen/instructie aanbiedt: zingen, dansen, poppenkastspelen enz. De achterliggende gedachte is om de traditionele culuur in stand te houden. Die avond traden de Junior Leaders op die al een aantal jaren het center bezoeken en die bijvoorbeeld ook meehelpen de jongere kinderen te instrueren. De voorstelling gaf een aardig beeld van de verschillende 'hilltribe' dansen hier. Wat eraan vooraf ging was ook heel speciaal. De avond werd geopend met een 'Baci' ceremonie. Dat is een plechtigheid die deel uitmaakt van veel speciale gelegenheden, zoals trouwerijen, festivals, afscheidsfeesten enz. De Laotianen noemen deze plechtigheid ook wel 'su kkwden' = calling of the soul. De meeste Laotianen zijn Theravada Boeddhist en geloven dat iedereen 32 geesten (kkhwan) heeft, elke bewaakt een specifiek orgaan of zintuig e.d., zowel geestelijk als lichamelijk. De kkhwan gaan af en toe zwerven, weg van hun eigenaar, wat alleen een probleem is wanneer die persoon op het punt staat iets nieuws aan te pakken of een verre reis te beginnen, of wanneer ze ziek zijn. Dan is het goed om een Baci te houden om er zeker van te zijn dat alle kkhwan aanwezig zijn, aldus het evenwicht herstellend. De ceremonie werd uitgevoerd terwijl wij zaten rond een pha kkhwan, een piramideachtig bouwsel van bananen, bladeren , bloemen en fruit waaraan katoenen draadjes hingen. Een ouder, belangrijk iemand sprak een lange Boeddhistische mantra uit waarin hij de zwervende kkhwan opriep terug te keren. Vervolgens de poppen van de poppenspelers gezegend, we voelden ons weer helemaal thuis. Daarna namen de de spelers en dansers de draadjes van het bouwsel en gingen de zaal rond en bonden die rond de polsen van de bezoekers. Onze beide polsen zaten flink vol. Deze symbolen van goed geluk moeten er drie dagen om blijven en dan mogen ze eraf, niet snijden maar ontknopen. Na de draadjes kregen we kleine hapjes te eten en bananen en tenslotte werd er nog thee geserveerd, terwijl de voorstelling al begonnen was.

We zijn inmiddels bijna een week in Laos, we broeden op vervolgplannen.

Groet, Marian & Piet

Old Quarter – Vietnamese talk – DMZ

Inmiddels zijn we al weer twee dagen in Hanoi waar we het tot nu toe helemaal droog gehouden hebben. We zitten hier in the Old Quarter, het historische hart van Hanoi. Smalle straten, meestal eenrichtingsverkeer, met heel veel motorbikes, rijdend of geparkeerd op de trottoirs (of wat daar voor doorgaat). Je loopt dus ook meestal op de weg terwijl veel motorbikes en auto's je daar weer vanaf proberen te toeteren. Oversteken is inmiddels een kunst die wij uitstekend verstaan. We hebben gisteren een uitgebreide wandeling gemaakt door de wijk. In de 13e eeuw kende Hanoi 36 gildes met ieder een eigen straat. Veel straten zijn nog steeds gespecialiseerd in een bepaalde branche. We zijn gelopen door de grafstenenstraat, zeer interessant, uiteraard de zilverstraat, strooien hoeden en mattenstraat, smidstraat met veel roestvrij staal, traditionele straatmarkt met o.a. (nog levende) kikkers en maden, kruidenstraat, blikkenkistenstraat, speelgoedstraat, zijdestraat. In Pho Hang Ma (= vervalst geldstraat) wordt 'ghost money' verkocht om bij Boeddhistische ceremonies te verbranden; nu worden daar ook allerlei kerstspullen verkocht. Dan de belangrijkste markt in Hanoi waar uiteraard weer van alles te koop was maar waar ook veel handelaartjes bezig waren balen stoffen te verknippen tot kleinere porties. In de meeste straten word je nauwelijks lastig gevallen door mensen die iets aan je willen slijten. Dat is heel anders in het gedeelte waar nogal veel (meestal kleine) hotels en restaurants zijn. Daar word je om de haverklap aangesproken en dat kan ongeveer als volgt gaan:

Excuse me, sir, excuse me, excuse me.....

Hello, sir, hello, hello, hello

Cyclo, sir, cyclo, madam; city tour one hour, half hour. Maybe later, when you come back?

Rent motorbike, cheap, very cheap, I give you good price.

You wanna look my ship, madam.

You tall, very tall; you wanna buy something.

Where you from? Holland? Flower country; Amsterdam; good football: van Nistelrooij, van der Sar, Rijkaard, van Basten, van der Vaart (ze hebben toevallig iets met namen die met 'van' beginnen).

Shoeshine, madam, your shoes not good, verrottie, you need glue, I fix your shoes.

Books, sir, very good; you wanna map Hanoi, map Vietnam, you want postcards.

Lighter, sir, Zippo lighter, very nice, very cheap

Balalas, you want balalas.

Madam, you want jacket, you try size. Madam, is reversible. Looks beautiful, very beautiful. You need size? You like black, you like black.

Ladies and Chairmen (een paar keer gehoord, ook in het vliegtuig).

Het leuke aandeze wijk is dat er veel gedaan en gehandeld wordt door/voor de eigen bewoners. Dat is o.a. ook te merken aan de luidsprekers die, tussen alle bovengrondse elektriciteitsdraden, door de hele wijk hangen. We zijn hier in een communistisch land waar Ho Chi Minh nog zeer vereerd wordt, maar waar ook de luidsprekers nog steeds gebruikt worden om mensen te informeren over het wel en wee in de wijk. Ongetwijfeld zal er ook de nodige (partij)propaganda gepleegd worden, we moeten dat nog eens navragen. Einde van de middag schallen de berichten gedurende ± drie kwartier door de straten. Da's niet zo erg maar 's ochtends om 7 uur horen we diezelfde stem met de volumeknop flink opengedraaid. Ben je verlost van de moskee oproepen, krijg je dit weer. In een vorige plaats werden er om 4 uur 's nachts klokken geluid. ± 10 procent van de bevolking is katholiek en dat is in sommige gebieden goed te merken: kerken, kathedralen, soms in de stijl van Boeddhistische tempel, huizen met grote mariabeelden op het balkon van de 2e of 3e verdieping. De meesten wonen in het zuiden, een deel daarvan is einde jaren vijftig vanuit het noorden gekomen omdat ze uncle Ho niet zo sympathiek vonden.

Hiervoor zijn we in Hue gweest, een oude keizerstad die op de werelderfgoedlijst is geplaatst. Het kent, net als Beijing, een Verboden Stad, niet zo indrukwekkend als zijn grote broer maar zeer de moeite waard. De stad is, net als Hoi An, zo vochtig dat niets echt mooi blijft, bijna alles wordt zwart of groen. Alhoewel verweerde gebouwen en poorten ook wel iets hebben, doet het toch vaak afbreuk aan de grandeur van veel oude bouwwerken.

Vanuit Hue zijn we een hele dag met een gids en chauffeur op pad geweest naar het gebied ten zuiden van de DMZ (Demilitarised zone). Van 1954 tot 1975 vormde de Ben Hai rivier als een demarkatielijn tussen Noord- en Zuid-Vietnam. Aan beide zijden van de rivier was een gebied van 5 km DMZ. Ironisch genoeg werd het, toen het conflict escaleerde, een van de meest gemilitariseerde gebieden ter wereld. We hebben daar militaire sites bezocht langs highway 1a en highway 9 hetgeen veel indruk gemaakt heeft. Hwy 9 loopt parallel aan de voormalige grens en is momenteel een goed berijdbare weg die leidt naar een grensovergang met Cambodja. Het is een behoorlijk regenachtig heuvelgebied, dus veel (moeilijk doordringbaar) groen. Het moet onvoorstelbaar zwaar geweest zijn voor soldaten en niet-soldaten tijdens de, zoals de Vietnamezen het noemen, American War. Tijdens tropische regendagen de hele dag onder vuur liggen. De gids had op een Zippo ooit de volgende tekst gelezen: 'I'm sure I will go to heaven because I spent a long time in hell.' We hebben ook kennisgemaakt met de Ho Chi Min trail, 16.000 km lange aanvoerroutes door Noord- en Zuid-Vietnam en Laos. Het was niet een pad, maar vele paden die leiden door de bergachtige jungle in het westen. Eind vijftiger jaren was men hier al mee begonnen. Verschillende Amerikaanse bases waren gevestigd in de buurt van de Trail, uiteindelijk zonder veel succes. Een militaire begraafplaats bezocht waar meer dan 10.000 Vietcongs begraven liggen. De overblijfselen waren oorspronkelijk begraven bij de plek waar ze gesneuveld waren, later ze naar een centrale plek gebracht. Veel graven zijn echter leeg met de namen van 300.000 gesneuvelden.

Tenslotte nog iets over de Vinh Moc tunnels. Iets ten noorden van de DMZ wilden de mensen niet weg van hun grondgebied en zijn tunnels gaan graven, 2,8 km in lengte met 8 ingangen en vele brede luchtkokers. Er waren drie lagen: op 12 m, op 15 en op 23 meter en dan waren er daaronder nog weer aparte bomschuilkelders. De mensen, 300 tot 700, woonden daar gedurende 6 jaar. Er was een meeting-hall, tevens bioscoop, en een kraamkamer waar 17 kinderen ter wereld zijn gebracht, waterbronnen. Soms moesten ze 5 dagen en nachten achtereen onder de grond blijven. 'Normaal' gingen ze 's nachts vissen en het land bewerken. Dit waren dus geen militaire tunnels zoals die bij Saigon te bezichtigen zijn. Deze tunnels hebben ook niet echt een claustrofobisch effect. Alhoewel het wel weer bijzonder was want wij kwamen daar te laat aan, rond 17.00 uur, al bijna donker en het was eigenlijk al dicht. De gids wist echter goed de weg, dus toch naar binnen, maar de nu aangebrachte verlichting was echter al uitgeschakeld, dus met 3 zaklantaarns door de tunnels en dan komt een uitgang ineens pal bij de zee uit. Het geheel deed me een klein beetje denken aan de Chislehurst Caves in Zuidoost Londen waar we vaak met leerlingen heengaan. Er valt nog veel te vertellen over de ervaringen van die dag, maar we laten het hier bij.

Tot nu toe valt Vietnam ons niet echt mee: erg druk, veel toeristen. Waarschijnlijk zijn we in de vorige landen teveel verwend en gewend geraakt aan weinig toeristen en ook weinig op toeristen gerichte activiteiten. De vele regen die we hier hebben gehad speelt ook zeker een rol. De meeste mensen zijn wel aardig, maar je komt ook nogal chagrijnige, onverschillige en soms ronduit onbeschofte mensen tegen. De gemiddelde Vietnamees is minder gereserveerd dan de Chinees. Vanmiddag hadden we nog een leuke ervaring toen we langs het Hoan Kiem meer, midden in de stad gelegen, liepen en aangesproken werden een stel jongeren die graag in het Frans met ons wilden communiceren. Nu is ons Frans niet zo best maar gelukkig toch goed genoeg om een aardig koetjes en kalfjes gesprek met ze te hebben. Ze studeerden allen Frans. Een jongen vertelde dat hij dat deed om na deze studie een techniekstudie in Grenoble te kunnen doen.

Morgen gaan we voor drie dagen naar Halong Bay met o.a. een overnachting op een jonk. Daarna naar Laos. Wederom veel groeten. Marian & Piet

Waterland

We zeggen weleens 'Nederland waterland', maar Vietnam is een echt waterland. Wat een water kan er vallen. Echte tropische buien die de straten binnen een mum van tijd blank doen staan. Wanneer bepaalde gebieden waar we eerder geweest zijn de hoeveelheid regen zouden krijgen die hier soms op een dag valt, zou het landschap er direct anders uitzien. Vanochtend was het weer helemaal raak. We hebben wel vaker tropische regenbuien meegemaakt maar het blijft een bijzonder gebeuren. Loodrecht komt het water met bakken naar beneden. De straat voor ons hotel kwam helemaal blank te staan, zodanig dat brommers bijna tot hun wielassen er doorheen moesten. Aan het gemak waarmee de Vietnamezen, ook op de fiets, door het water heenrijden en hun balans weten te bewaren, is te zien dat ze het gewend zijn. De meeste Vietnamezen hebben regencapes die speciaal geschikt zijn brommers of fietsen; de passagiers verstoppen zich dan geheel onder het overhangende achterdeel. Je ziet dan bijvoorbeeld 6 benen onder een cape vandaan komen. Helaas geen foto's kunnen nemen, onze camera laat het sinds gisteravond afweten. In de hotelwijk ondervind je in het algemeen weinig wateroverlast: de afvoer lijkt goed geregeld, bovendien lopen er direct mensen (van de waterhuishouding?) rond die zorgen dat de putten vrij zijn of vrij gemaakt worden. In de goten ligt ook nogal eens vuil e.d. wat de boel kan ophouden. Nadat de regen gestopt was trok het water al snel weer weg. In de gewone woonwijken lijkt dat anders te zijn. Gisteren waren we de hele dag met de fiets op pad en kwamen we in een wijk ook een enorme waterplas tegen, dieper nog dan die voor ons hotel. Verschillende mensen keerden om, de meeste gingen door, af en toe sloeg er een brommer af, de passagier eraf broek opstropend tot het een heel kort broekje werd, een bus die er doorheen ploegde en een ware hekgolf teweeg bracht. Wij hebben het niet gewaagd. In de woonwijken is de afwatering, zo lijkt het, veel minder goed geregeld. Bovendien zijn lang niet alle straten geplaveid.

We hadden ook al wat regen meegemaakt in de Mekong Delta. Vanuit Saigon hebben we een tweedaagse trip gemaakt met Jos, Jori en een Zwitserse. Tijdens de tweede dag hebben we varend op de Mekong en de zijarmen daarvan, ook een aantal, niet al te heftige, buitjes gehad. De trip was ook weer een mooie ervaring, wat een waterwegen en wat wordt er geleefd, gewoond en gewerkt op dat water. Uiteraard ook een paar drijvende markten bezocht die, behalve misschien het koffiebootje, er duidelijk niet waren voor de toeristen. Het zag er weinig gepolijst uit zoals de markten in Bangkok. We hebben overnacht in een homestay, een groot huis van een oude, rijke familie. De oude mijnheer verwelkomde ons. Later bij het diner zagen we hem terug. Er waren in totaal 11 gasten die, verdeeld over drie tafels, gereed zaten voor de maaltijd toen de gastheer langskwam met een Vietnamese fles whisky waar een slangenkop inzat die een schorpioen in zijn bek had. Bij elke tafel schonk hij voor ieder een glaasje in, vervolgens moesten we met hem proosten. Hup in een keer het glaasje achterover en de heer ging door naar de volgende tafel waar zich het ritueel herhaalde. Het was sterk spul, te sterk volgens sommigen. Ik vond het echter jammer dat hij geen tweede keer langs kwam met de fles.

Nog even iets over Saigon. Het heeft 8 miljoen inwoners en 4 miljoen brommertjes. Onvoorstelbaar hoe het verkeer dan verloopt, alles kriskras door elkaar (waren we vanuit China al gewend), 2/3/4 mensen op een brommer, kleine kinderen voorop/achterop/ertussenin. Kinderen (meestal zonder helm) zijn er helemaal aan gewend, ze worden van school opgehaald met de brommer en plaatsen automatisch hun voetjes op de juiste plek om in balans te zijn. Wanneer het allemaal elektrische brommers zouden zijn, zoals in China, zou het oorverdovend stil zijn in de stad. Bij toenemende welvaart zullen de mensen geleidelijk overstappen op een auto en dan zal het in de stad echt een puinhoop worden met het verkeer. Wij hebben in Saigon met zijn vieren een keer ieder een cyclo (fietstaxi) gehuurd. Dan zit je er echt middenin, prachtig, alles rijdt, glijdt, zoeft langs elkaar heen en er gebeurt zelden iets ernstigs. Maar alles rijdt dan ook meestal heel relaxed, bijna gezapig. De dames zitten vaak heel gracieus op hun voertuig, soms met lange japonnen. Hier in Nha Trang was het zelf fietsen niet zo'n probleem, alleen tijdens de spits gistermiddag was het opletten geblazen. Het is ook mooi om te zien hoe de brommer gebruikt wordt als rustplaats. Op de standaard gezet kun je er heerlijk op zitten, liggen of slapen. In het verkeer, soms ook in de bus of lopend, dragen vooral vrouwen vaak een mondkapje. Tegen de vervuiling, dachten wij. Dat zal ongetwijfeld ook een rol spelen, maar het blijkt dat veel mensen in hun gezicht graag wit willen blijven. Dus dragen ze dan een grote mondkap van vlak onder de ogen tot diep in de hals. Sommigen dragen ze dan ook nog een zonnebril, lange mouwen, handschoenen en een zonnehoed onder de helm. In Islamitische landen zouden veel vrouwen graag verlost worden van mondkappen, hier lijkt het een (mode)gril te zijn om ze juist te dragen.

We zijn in Nha Trang o.a. naar de galerie geweest van de Vietnamese fotograaf Long Thanh. Hij fotografeert nog in zwart-wit en moet hiervoor zijn film, papier en chemicaliën grotendeels uit het buitenland halen. Hij heeft inmiddels in het buitenland ook enige faam opgebouwd. Wij vonden het ontroerend goed. Op zijn site staat zijn belangrijkste werk: http://www.longthanhart.com/.

Morgen vertrekken we naar Hoi An.

Veel groeten, Marian & Piet