Op stap door Azië - Zijderoute

China

Inmiddels zijn al weer 1½ week in Vietnam. 11 November zijn we met Vietnamairlines gevlogen van Beijing via Hanoi naar Ho Chi Minh City (de meeste mensen gebruiken nog steeds de oude naam Saigon). Van Saigon zijn we naar het bergachtige Da Lat gegaan waar we een ontbrekend stukje van onze 'zijde'routereis hebben gezien. We zijn in een zijdefabriekje geweest. Hier komen de zijdecoconnen binnen, deze worden gekookt en vervolgens wordt op een ingenieuze manier de zijdedraad van de cocon getrokken en op een spoel gewikkeld. Het lijkt een soort lopende band wanneer je de Vietnamese dames bezig ziet en er in een hoog tempo zijde gesponnen wordt. De oude wijze hebben we ook gezien, dan gaat het veel trager. Het machinaal weven is ook heel bijzonder om te zien. Een geponst draaiboek, lijkt heel sterk op een orgeldraaiboek, bepaalt steeds hoe de verschillende draden aangetrokken worden en tegelijkertijd schiet de spoel in hoog temp heen en weer. Van het hele zijdeproces hebben we nu alleen het kweken van de coconnen (nog) niet gezien.

We zitten nu Nha Trang, een badplaats aan de oostkust, met zijn prachtige stranden. Gezien de vele duikscholen lijkt het ook een goed duikgebied te zijn. Er is zelfs een National Geographic Diving School (voor wat het waard is). Het is hier behoorlijk toeristisch maar tegelijkertijd toch ook wel relaxed. We hebben een kamer met balkon op de 9e verdieping met een prachtig uitzicht op de Zuid Chinese Zee. In Vietnam is het toeristenseizoen weer op gang gekomen en kom je dus veel 'witneuzen' tegen. Dat is een groot verschil met alle voorgaande landen waar we nauwelijks westerlingen tegenkwamen. In de hotels in West China was het meestal koud, geen verwarming. Soms waren we duidelijk de laatste gasten van het seizoen. Ook in Beijing was het 'vreemdelingen'seizoen duidelijk voorbij. De Verboden Stad, maar ook het Olympisch Stadion werden in groten getale bezocht door de eigen bevolking. Het was heel prettig en apart om daar tussen te lopen. Wij werden soms als een attractie gezien en moesten dan vaak met de eigen mensen op de foto. Vooral in China lopen de meeste mensen ook met een camera rond.

Deze natte badplaats (de regen komt te regelmatig met bakken uit de lucht) geeft ons de gelegenheid eindelijk ons China verhaal op papier te zetten. Het is heel lastig om daar een aardig leesbaar verhaal van te maken zonder dat het al te belerend (beroepsdeformatie?) overkomt. We gaan het toch proberen.

Laten we bij ons eerste stad beginnen: Kashgar. We kwamen daar terecht na de Kirgizische ontberingen. Een zeer belangrijke stad voor de Oeigoeren, een zeer grote islamitische minderheidsgroep. China kent 55 officieel erkende minderheidsgroeperingen die voornamelijk in het Noordwesten en Zuidwesten (Tibet) wonen. Samen bewonen ze ± 60 % van het Chinese grondgebied. De rechten van de minderheidsgroeperingen zijn in de grondwet vastgelegd, maar de economische en sociale positie is niet altijd gelijk aan die van de Han Chinezen. Minderheden mogen wel 2 of meer kinderen krijgen, de Han niet (deze regel wordt voor de Han weer aangetrokken). Minderheden wonen vaak in nogal afgelegen (grens)gebieden, die beduidend armer zijn dan de ontwikkelde strook waar vooral de Han leven. De overheid pompt veel geld in de minderheidsgebieden door bijvoorbeeld het aanleggen van (spoor)wegen en het toerisme te stimuleren. De minderheden klagen echter dat de meeste banen en toeristendollars naar de Han gaan en dat ze geen gelijke kansen hebben omdat toelatingsexamens voor universiteiten in het Chinees zijn. Elk jaar steeds komen er meer Han in de minderheidsgebieden wonen, al dan niet gestuurd door de overheid. Door chinaficering en door de komst van toeristen verarmt de cultuur, vinden sommigen. Anderen zijn blij met de toegenomen welvaart, vooruitgang en minder isolement.

Kashgar is een oude stad. Tijdens de bloeiperiode van de Zijderoute was het een belangrijke bevoorradingspost, handelspost en rustpunt voor de handelaren, boeddhistische pelgrims en ontdekkingsreizigers. Ten oosten van Kashgar ligt de immense desolate Taklamakanwoestijn waar een noordelijke en zuidelijke route langs liep.

De Oeigoeren zijn door hun uiterlijk en kleding meestal goed te onderscheiden van de Han. Velen hebben weinig Chinese trekken en hebben een gebruinde huid. De mannen dragen vaak een (lange) baard en bedekken hun hoofd met een vierkant kalotje, een schapenvachtmuts of een muts met een brede bontrand. De vrouwen dragen een hoofddoek, bovendien wordt er in zeer strenge gevallen nog een bruin gebreide pannenlap over het totale hoofd gedragen, een weinig appetijtelijk gezicht. De mensen zijn overigens heel aardig, jammer dan we met zo weinig mensen konden praten, vrijwel niemand spreekt Engels. De oude stad ademt nog een aparte, oosterse sfeer met veel handel op straat. Je ziet er nog veel ezelskarren en zelfs af en toe kamelen. Grote delen van de stad zijn echter sterk veranderd en zijn duidelijk modern Chinees geworden met veel grote gebouwen, waar we overigens voor het eerst sinds lange tijd echte koffie hebben gedronken. In Kashgar hebben we het enige standbeeld van Mao gezien.

De zondagsmarkt schijnt een van de grootste van Azie te zijn. Je komt er van alles tegen, o.a. ook standwerkers die, voorzien van headset en versterker, een onduidelijk product aan de man proberen te brengen. Het barst er uiteraard van de eetstalletjes met soms zeer merkwaardige gerechten. Mensen laten zich vaak vervoeren met ezeltaxi's of gemotoriseerde bakfietskarren. Buiten de stad is ook nog een zeer uitgebreide beestenmarkt (zijn we niet geweest) met dit keer echte kamelen met twee bulten; in Ashgabat (Turkmenistan) waren er alleen eenbultigen.

In Kashgar hebben we voor het eerst kennisgemaakt met het Chinese verkeer. Het oogt zeer chaotisch, men gebruikt alle ruimte die er is: twee rijbanen worden dan al snel drie rijbanen. Iedereen neemt, al of niet terecht, zijn voorrang. De andere weggebruikers schikken zich daarnaar. Het invoegen gebeurt heel simpel: je draait, zonder te kijken, gewoon de weg op, de anderen zien je immers aankomen. Bij afslaand verkeer heeft/neemt de sterkste voorrang. Als voetganger oversteken is een vak apart. Je ziet vaak van die achtervolgingen in films waarbij mensen, met gevaar voor eigen leven, een drukke weg moeten oversteken. Zo gaat dat ongeveer in China, maar ook veel andere landen waar we tot nu toe geweest zijn. Een zebrapad is slechts een aanduiding dat je daar ook kunt oversteken. Je ziet in China steeds meer brommers en brommertjes, in plaats van fietsen. In alle plaatsen hebben we overwegend elektrische brommers gezien. Voor ± 165 Euro zijn die in de simpelste uitvoering al te koop.

Na Kashgar zijn we naar Turpan gereisd waar we al iets over geschreven hebben in een vorig verhaal.

Vervolgens naar Dunhuang vanwaar we een excursie hebben gemaakt naar de Mogaogrotten, een van de culturele hoogtepunten van heel China. Er zijn daar 758 grotten ontdekt waar boeddhistische monniken vanaf het jaar 366 in diepe zandstenen kliffen grotten zijn gaan uithakken en binnenin beschilderen met allerlei boeddhistische voorstellingen. Na de 14e eeuw raakten de grotten in verval en in vergetelheid totdat ze begin 20e eeuw herontdekt werden door Europeanen Een Duitser heeft een aantal fresco's uitgehakt en naar Berlijn gebracht. Momenteel zijn 40 grotten open. Bezoek is alleen mogelijk in groepsverband onder begeleiding van een gids. Wij hebben er 12 mogen bekijken. Fantastisch, zeer indrukwekkend, iets om nooit te vergeten, jammer dat er, begrijpelijk, geen foto's gemaakt mochten worden. De kleuren zijn nog zeer goed.De grote Boeddha's van stro en gips zijn nog in goede staat. Geruchten gaan dat ze eerdaags gesloten gaan worden om verdere aantasting door toeristenbezoek te voorkomen. Zij zijn dan alleen nog open voor wetenschappelijk onderzoek.

Tot zover het eerste Chinadeel. Een volgende keer willen we iets kwijt over Xi'an en uiteraard Beijing.

Gegroet vanuit een zeiknat Vietnam!! Marian & Piet

Zijderoutereis ten einde

Onze zijderoutereis is geëindigd in Beijing. De echte zijderoute liep overigens maar tot Xi'an, onze vorige verblijfplaats. Vandaag is de rest van onze reisgroep teruggegaan naar Nederland.

Deze reis was een unieke ervaring, zeer zeer speciaal en zeer zeer de moeite waard, ook al was het volle programma nogal eens vermoeiend. Naast de moeheid hebben we geen echte lichamelijke problemen gekend, in het begin moest het lijf wat wennen aan de temperatuur en het reizen.De immodium en andere heftige medicijnen zijn onaangeroerd gebleven (tot nu toe). De 65 dagen zijn omgevlogen. Vanaf Damascus tot Beijing hebben we 7 landen bezocht en ± 15.000 km over land afgelegd, grotendeels over de weg, in China vooral via de rails. We hadden 30 overnachtingsplaatsen in overwegend goede hotels, 2 in een homestay, 2 in een tent, 4 in een nachttrein. We hebben slechts een dag echt regen/hagel gehad en twee keer zijn er een paar druppels gevallen. We hebben in grotere plaatsen dan ook vaak waterwagens de straten zien besproeien om de stof enigszins te onderdrukken. De grote verscheidenheid en nuances aan culturen, religies, gewoontes, mensen, landschappen enz. maken dat deze reis een aaneenschakeling van hoogtepunten was: Damascus - Palmyra - Apamea - Van-meer - Isfahan - Persepolis - Yazd - Masshad - Ashgabat - Buchara - Kirgizstan - Kashgar - Mogoagrotten - Terracottaleger - de Chinese muur - Olympisch stadion - de Verboden Stad en nu vergeten we zeker nog een aantal (kleine) hoogtepunten.

We hebben gezien hoe zijde geverfd, geweven en geknoopt werd; misschien komen we nog met foto's hierover op deze reislog. In met name Xi'an en Beijing hebben we gezien hoe zijde in al zijn verscheidenheid te koop werd aangeboden: kleding, dekbedden, op rol per meter, allerlei accessoires. Alleen het beginstadium, hoe de zijdecocon verwerkt wordt tot draad, daarvoor waren we in de verkeerde tijd van het jaar. Katoen hebben we in overvloedige mate verbouwd en verwerkt zien worden. In vrijwel alle landen die we aangedaan hebben, zagen we vele bloeiende velden. In de meeste gevallen werd een tweede oogst binnengehaald. Het plukken en vervolgens de katoen uit de vrucht halen is een lastig karwei door de stekelige uiteinden van de opengebarsten vrucht. Het verbouwen van katoen vereist veel water, hetgeen in sommige gebieden in de toekomst nog wel eens een probleem kan worden, het grondwaterpeil zakt. Daarnaast wordt er veel gif gebruikt.

We broeden nog op een uitgebreid verhaal over China, een land dat ons enorm aangenaam heeft verrast, een land waar het bovendien prettig vertoeven is.

Het plaatsen van foto's op de site blijft lastig doordat veel internetcomputers niet virusveilig zijn of lijken.

We zijn nu nog twee dagen in Beijing. Aanvankelijk hadden we het plan om ook naar Shanghai te gaan. We hebben echter genoeg van hele grote steden, bovendien hebben we het voornemen zeker nog een keer terug te komen naar China met Shanghai als startpunt. Nu gaan we op 11 november (is de dag) getweeën naar Vietnam, Ho Ch Minh stad. Daarna, waarschijnlijk via Cambodja (Angkor Wat), naar Laos.

Geen zeer spectaculair verhaal dit keer, maar hier in China komen we echt tijd te kort om verhalen te schrijven. Tot de volgende keer, Marian & Piet

Indrukwekkend, ontberingsrijk Kirgizstan

Het tweede bericht vanuit China, het laatste land van onze zijderoute reis. We zijn nu in Turpan, nog steeds in het gebied der Oeigoeren. Turpan is een oasestad aan de oude karavaanroute, met aan de ene kant de Taklamakanwoestijn en aan de andere kant uitlopers van de Gobi woestijn. Deze plaats is bekend als de ‘oven' van China, afgelopen zomer zijn temperaturen gemeten tot 49 C. Nu is het aangenaam zonnig weer, ± 20-25 C overdag. Turpan is vooral bekend om zijn druiven en dus ook om zijn wijn. In China hebben we voor eerst op onze reis weer eens wijn gedronken en ze smaakte uitstekend, zowel de rode als de witte. De oase wordt geïrrigeerd middels eeuwenoude, ondergrondse kanalen (karez) waardoor gesmolten sneeuw van de kilometers verder gelegen bergen stroomt. We ontdekten net dat op het etiket van het Chinese bier Sinkiang, smaakt prima, staat 'brewed with melted snow water'.

Nu dan iets over onze belevenissen in Kirgizstan. Allereerst wat (droge) informatie betreffende dit land. Oppervlakte bijna 5 x Nederland, ± 90 % daarvan bergen. Bijna helft van het land ligt boven 3000 m, waarvan 3/4 bedekt met eeuwige sneeuw en ijs. Het land is bezaaid met bergmeren. Ruim 5 miljoen inwoners met ± 3 x zoveel vee (vooral schapen) als mensen. 2/3 van de bevolking leeft op het platteland. De economie drijft vooral op akkerbouw en veeteelt. We zijn nog nooit in een land geweest waar we zoveel schapen, koeien en paarden hebben gezien, overal zie je ze grazen. Het land is bedreven in bouwen van waterkrachtcentrales. Grondstoffen: kwik, lood, koper en sinds kort goud. Sinds de onafhankelijkheid in 1991 is de levensstandaard gedaald; ± 40 % leeft onder de armoedegrens; er is sprake van een hoge (verborgen) werkloosheid. De Kirgiezen stammen af van Turkse nomadenstammen, rond de 10e eeuw zijn deze uit Siberië vertrokken om zich uiteindelijk in Tian Shan te vestigen. Het Kirgizisch is een Turkse taal met Cyrillisch alfabet; men is echter bezig om geleidelijk over te gaan op het Latijnse schrift, net als Turkmenistan en Oezbekistan. Nu nog twee officiële staatstalen: Russisch en Kirgizisch. 75 % van de bevolking is moslim, maar het overgrote deel is niet echt praktiserend. Daarnaast is ± 20 % Russisch-orthodox.

Vanuit Tashkent, de hoofdtad van Oezbekistan, werden we met 5 taxi's vervoerd naar de grens met Kirgizstan. Het was een minne, ongeveer 7 uur durende tocht met vrijwel de gehele dag mist, regen, hagel en sneeuw, de eerste en enige regen op onze reis tot nu toe. Er was ongeveer hetzelfde slechte weer voorspeld voor de eropvolgende dagen, hetgeen gelukkig maar ten dele uitkwam. Deze keer een vrije vlotte, probleemloze grensovergang. Aan de Kirgische kant van de grens stond onze expeditietruck te wachten: een oud Russisch 6 wiel aangedreven terreinvoertuig met een 'busgedeelte' erop geplaatst. Zo'n wagen is nodig omdat lang niet alle doorgaande wegen geasfalteerd zijn. Alle grote bagage ging afgedekt bovenop de truck. In en op de truck wordt bijna alles vervoerd wat je nodig hebt om vier dagen op eigen kracht te overleven: eten, kook- en eetgerei, tenten, slaapspullen en een paar tafels, maar helaas geen stoelen of krukjes, dus tijdens het eten altijd een staand en lopend buffer. De wagen werd bemand door twee chauffeurs, een kokkin en een gids (de enige die Engels sprak). Gevieren zaten tijdens het rijden voor in de truckcabine. We hebben weinig contact met ze gehad, zo aten zij altijd apart.

De eerste dag: de avond ervoor aangekomen in het hotel in Osh, het slechtste hotel van de hele reis, uitermate primitief; de sanitaire voorzieningen zijn onbeschrijfelijk. Wel lekker gegeten in een plaatselijke restaurant met live muziek van de plaatselijke Frans Bauer. Osh heeft nog een standbeeld van Lenin enis in trek om bij trouwerijen foto's te nemen.Om 6 uur ‘s ochtends was er geen water en geen licht; ons eerste ontbijt genuttigd op de parkeerplaats bij de truck

Het grootste deel van de dag reden we door een fantastisch berglandschap met vrijwel steeds uitzicht op besneeuwde hellingen en toppen. Alle dagen volop zon. In de plaatsen die we aandeden kregen we de gelegenheid onze eigen (mond)voorraad aan te vullen, o.a. wodka. De eerste avond sloegen we, op 2100 m hoogte, ons kamp op aan het prachtige, grote Toktugul meer. Een enorme grote kampeervlakte met een machtig uitzicht op het meer en de omringende bergen, waarlijk een adembenemend gezicht. We kregen een tent, 2 slaapzakken, een dikke onderdeken en 2 dunne foammatjes. Daarnaast hebben we zelf nog dunne slaapzakken en self-inflatable matjes. Van de matjes hebben we al veel plezier gehad tijdens deze reis, o.a. in hotels met te harde bedden. We hadden een vlak plekje op het grind gevonden en hadden ons koepeltentje al snel staan. Vervolgens hout gesprokkeld voor het kampvuur, na zonsondergang werd het als snel koud. De rest van de nacht viel de kou eigenlijk wel mee. Het grootste probleem voor mij was de slaapzak. De slaapzakken waren donzen mummie-slaapzakken die het VS-leger indertijd heeft achtergelaten toen ze in 2002 het land uitgeschopt werden. (Inmiddels zijn ze weer terug in het land. De Kirgiziërs hebben ze in 2005 een plek voor een basis gegeven recht tegenover de Russen.) Zo'n zak is heerlijk warm, maar tegelijkertijd zit je claustrofobisch opgesloten. Kortom een drama voor mij om in te slapen. Al met al een roerig nachtje , maar het opstaan in zo'n beeldschone omgeving vergoedde heel veel. Na het ontbijt, meestal nogal Russisch vettig, gingen de meesten van ons 'aanlopen'. Terwijl de crew en eventueel anderen de ontbijtboel opruimden en al het kampeermateriaal op het dak hees, liepen we alvast een stuk in de richting en werden vervolgens opgepikt.

De tweede avond was het kampement bij een stroompje. Ook weer voldoende vlakke plekken voor de tenten. Na een ietwat karig avondmaal en een knetterend en spetterend kampvuur op tijd naar bed. Het was zeer koud en het werd nog veel kouder. Het probleem met de slaapzak hadden we 'opgelost' door de onderdeken en de slaapzak met elkaar te verwisselen. Voor veel mensen is kamperen altijd afzien, voor ons was dat deze keer zeker ook het geval. We hadden het geluk dat het in 25 jaar nog niet was geweest deze tijd van het jaar. Dan slaap je ook nog in een tent die puur berekend is op warme landen met erg veel grote, muskietvrije (hadden we echt nodig in deze kou) ventilatiegaten. En dan heb je bovendien eerder op de avond nog een halve liter bier naar binnen gewerkt. Voldoende elementen voor een spectaculaire nacht. Onder de dikke deken en gelegen op de donzen slaapzak, eigen matje en foammatje, met lange kousen, thermomaillot en -shirt, t-shirt, wollen vest en (soms) de muts op, was het nog redelijk warm te houden. Elke centimeter verplaatsing leverde echter verlies op. En dan het bier, het leek wel een liter te zijn geweest, dat er 3 keer die nacht uit wilde. Het bleek dat het zeker 12 C gevroren had; bij een reisgenoot was de cola in de bagage deels bevroren. En dan moet je ‘s ochtends met je kouwe jatten ook nog een bevroren tent zodanig strak oprollen dat hij in een zak kan waar hij onder normale omstandigheden maar net in past. Kortom een geweldige nacht zeer bewust beleefd.

We hadden besloten die ochtend niet te gaan aanlopen totdat de reisbegeleidster meedeelde dat we, vanwege de kou, de volgende twee nachten binnen zouden slapen. Onze stemming sloeg direct 180 graden om en we gingen in de gezonde vrieskou met een bleek zonnetje lopen. Ook de derde dag was het prachtig weer met heel veel natuurschoon en aardige mensen. Veel maar dan in Turkmenistan en Oezbekistan hebben de meeste Kirgiziërs duidelijk Mongoolse trekken en veel minder Russische. Door het weer konden we niet de pas over naar het prachtige Son Kul-meer, dus een alternatieve route. Aan het einde van de derde dag arriveerden we in Kochkor, een plaats waar we in een klein winkeltje een dame achter de toonbank troffen die vloeiend Frans sprak. De communicatie verliep direct een stuk vlotter dan in het Russisch. In deze plaats werden we voor de nacht ondergebracht bij twee homestay-adressen. Twee organisaties hebben zich de laatste jaren op deze markt gestort (goede hotels lijken er nauwelijks). Misschien een mogelijkheid om met school een keer een survivaltocht naar toe te organiseren?? Met zijn zevenen kwamen we terecht bij een gezin met een moeder (was er ook een vader?) en twee kinderen, die ook al permanent twee Peace Corpsers huisvestten. Wij kregen de ouderlijke slaapkamer waar de elektrische kachel al aanstond. Er was een groot comfortabel bed waar we die nacht vorstelijk in geslapen hebben. We waren ontvangen door de oudste dochter Yildiz die al heel goed Engels sprak en verstond. De ochtend van vertrek werd zij 12 jaar. We wilden haar iets geven, maar wat? Het was te laat om nog iets te kopen. Van Jan en Thilly hadden we twee sleutelhangerklompjes meegekregen om door te geven aan een andere reiziger. Alhoewel zij dat niet is vonden wij dat Yildiz een klompje verdiende. ‘s Ochtends om 7.15 uur troffen we haar nog net voor ze naar school ging. Marian legde uit wat een klomp is, zou ze het begrepen hebben? Ze straalde ingetogen en ging het direct aan haar moeder laten zien. Daarna snel naar school die om 7.30 uur begint, dat zijn nog eens tijden. Ook deze ochtend weer geen douche, maar wel een wastafel om aan te poedelen.

De vierde dag hobbelden we weer opgewekt verder door dit prachtige land. Bij het klimmen begon het Russische voertuig regelmatig bijzonder verontrustende geluiden te maken. Jawel, in Naryn, een grote klap en de tussenas lag op straat. Op de eerste dag was de V-snaar al gebroken geweest, een mankement dat nog snel te verhelpen was geweest. Nu kostte het twee uur. We kwamen door dit oponthoud nogal laat op onze laatste Kirgische overnachtingsplaats aan. Tash Rabat, op 3200 m., is een caravanserai, een van de vele langs de zijderoute. Rondom die serai staan in de zomer een groot aantal yurts met veel plekken voor tenten voor reizigers zoals wij. In de zomer schijnt het er behoorlijk druk te kunnen zijn. Nu waren bijna alle yurts weg zoals langs de gehele afgelegde route het geval was. Door de vroeg ingetreden kou zijn de nomaden tijdig met hun kudden naar lager gelegen oorden vertrokken. Nu stonden er nog drie yurts voor eventuele gasten en een permanente woning. Voor de nacht allemaal op de lange regel in twee te warme kamers. Gelukkig besloten vier mensen gebruik te maken van de mogelijkheid de nacht in een (koudere) yurt door te brengen. Dit leverde iets meer ruimte op voor de overgebleven elf, ook al moest Marian ‘s nachts een grote teen van een reisgenoot uit haar oor peuteren. Al weer een gedenkwaardige dag en nacht.

De volgende dag op weg naar de grens met China. Daartoe moest vlak voor de grens de ijzingwekkende Torugartpas, 3574 m, genomen worden. Een pas die uiterlijk 23 november dichtgaat voor een aantal maanden. Na de Kirgizische grens, waar Marian maar met moeite doorkwam omdat in haar visum een datum veranderd door de ambassade in Brussel, verwisselden we de truck voor een Chinese bus. Vlak voor het 2e Chinese checkpoint stond een enorme rij vrachtwagens (vooral de Chinese vallen op door hun voor ons ongebruikelijke lengte) waar onze bus maar met moeite langs kon. Daarna een soort Chinees niemandsland van 80 km alvorens wij bij de echte, veel lager gelegen, grens kwamen. Controle van gezondheid (o.a. temperatuur meten) en paspoorten, bagage door de scan, geen verdere inspectie, want het was al 6 uur. Twee uur later waren we in Kashgar waar we door Koning Aap getrakteerd werden op een fantastische Chinese maaltijd. Daarna een koude kamer met een warme douche en een heerlijk bed

Kirgizstan: een land om nooit te vergeten.

Tenslotte een aanvullende ervaring (2e nacht) van reisgenoot Hans: 'Biertjeen twee glazen vodka, samen met Piet, een reisgenoot,voor het slapen gaan. Na ca 2 uur wakker met sterke druk op de blaas, kan gebeuren, lampje zoeken hemd aan sloffen gezocht en naar de boom. Daar aangekomen voelde ik de kou in me trekken maar je staat en kunt niet weg. IJskoud de slaapzak weer in en warm worden. Na twee uur wakker weer sterke druk op de blaas, waar komt dat water toch vandaan. Hemd aan broek aan pet op sloffen aan en weer naar de boom.Prachtige sterrenhemel ..... gruwelijk koud. Snel de tent weer in en warm worden. Twee uur later sterke druk op de blaas, maar ook achterop. Hemd aan, broek aan sloffen aan pet op toiletpapier mee en een lampje en naar de volgende verre boom. In de hurkzit, prachtige sterrenhemel volle maan en een langzame verkramping in de knieholten want wanneer oefenen wij de hurkzit. Een hand aan de boom in de andere het toiletpapier het lampje onder de kin en de vraag hoe het verder moet. Afwikkelen van het papier betekent de boom loslaten, evenwicht verliezen en naar achtervallen is ongewenst, lopen isgeen optie, prachtige sterrenhemel en een volle maan in combinatie met ca 10 graden vorst en de grassprieten die aan de naad kriebelen maken wel dat de besluitvorming snel moet komen. Uiteindelijk zonder problemen in de tent gekomen, vertel de oplossing nog wel eens,tot op het bot verkleumd maar met het voornemen de hurkzit en het daaruit omhoog komen thuis te gaan oefenen.'

Veel groeten, Marian & Piet

De "In's" en "Out's" van Iran.

Kashgar is de stad waar we ons nu bevinden. Het is herfst. 's Avonds en 's nachts koud, overdag zonnig en fris. We hebben overigens, tot nu toe, nog geen wind gehad en 1 dag, 7 uur lang, regen, mist, hagel en sneeuw. Dat was op weg naar de grens met Kirgizstan. Over het laatste land een volgende keer.

Kashgar is een grote stad met een oud gedeelte waar voornamelijk moslims, veelal de Oeigoeren, wonen en een modern gedeelte met grote winkels (zelfs shopping malls die doen denken aan de Bijenkorf) en allerlei kleine bedoeninkjes en straathandel. Ondanks het feit dat er enorm veel verkeer is komt de stad heel rustig over: alle brommers ' zoeven' op elektriciteit voorbij. Uitkijken geblazen want ze rijden wel overal, ook op de voetgangers gedeelten en je hoort ze niet.

Ik had beloofd het een en ander over Iran te schrijven: het land waar alle dames 'in doeken gewikkeld zijn'. Toch proberen ze daar hun eigen weg te vinden en de regels te omzeilen of naar eigen goeddunken te interpreteren. Als je goed om je heen kijkt zie je dat lang niet iedereen in zwarte chadors loopt, kleurig gebloemd kan ook. Verder dragen heel veel vrouwen jeans (ik heb zelfs leggings waargenomen!) of andersoortige lange broeken, daarover een jurkje of veelal getailleerd jasje tot net over de knie. De naaldhakken, soms zelfs in goud uitgevoerd, waren duidelijk te zien omdat de broekspijpen op ' hoog water' stonden. Verder een hoofddoek waaronder soms een enorm getoupeerde kuif/suikerspin te voorschijn komt. Wat betreft de make-up is (natuurlijk niet bij iedereen) duidelijk een modeverschijnsel: dikke lagen poeder, wenkbrauwen die met elkaar verbonden zijn door een lichte lijn. Wenkbrauwen in de ' mooiste vormen ooit' gezien. Een zwart lijntje onder de ogen, geen lipstick. Soms was ook duidelijk te zien dat er neuscorrecties waren toegepast: de pleisters zaten er nog op. Als accessoires de enorme Gucci zonnebrillen-en tassen......

Soms zag je ook stelletjes hand in hand lopen of zaten mensen bij/met elkaar in parkjes. Een enkele keer ook met een arm over de schouder. Dat kan je wel op straf komen te staan. We zagen een keer dat een ' stelletje' de politieauto in moest. We hadden net geconstateerd dat ze zo gezellig op een bankje zaten.

Echter in het openbaar je kind de borst geven levert geen problemen op. Het heeft me echt verbaasd dat dat zonder gene kan, zelfs als toeristen foto's nemen van omringende objecten of personen of gewoon aan tafel in een restaurant.

Tijdens de Ramadan kan je, als toerist, een blikje cola kopen en te horen krijgen: ' You may drink it, behind the trees, you're tourist'. Op die manier hebben we in een parkje ijsjes gegeten ter ere van Ineke haar verjaardag, met zijn vijven op het gras achter de struiken!

Verder is Iran het land van:

  • ' Welcome to Iran/our city'
  • ' What do you think of our city'?
  • veel jongeren
  • veel mannen
  • veel mobiles
  • overal tissues. In de bus, op je kamer, tijdens het eten. Winkels vol met alleen dozen tissues
  • veel, heel veel kebab
  • appelbier, lemonbier, original/classic Bavariabier 0 of 0,5 procent
  • rauwfaserbrood: heel dun, droog brood, komkommer, tomaat, olijven, feta, honing, worteltjesjam of rozenjam en yoghurt als ontbijt.
  • zoet gebak (geen baklava)
  • spaarlampen (Later ontdekten we dat men deze lampen in alle 'stan'landen ook heeft. Je komt geen andere lampen meer tegen) !!!
  • 'coffeenet' = Internet
  • links en rechts wordt vaak door elkaar gehaald
  • rekenfouten komen praktisch bij elke rekening voor, maakt niet uit waar je afrekent. Ook geld teruggeven levert problemen op.
  • het verkeer is, voor ons westerlingen, een chaos: ze rijden links en rechts door elkaar. Oversteken kan je het best in groepjes en ' hoppend' naar de overkant zien te komen.
  • zelf als toerist gefotografeerd worden door Iraniers
  • je hoort bijna nooitde oproep tot gebed van de moskee, bij de Shiieten wordt overigens maar 3 keer per dag opgeroepen tot gebed en geen 5 keer zoals bij de Soennieten.

Nog een laatste bijzonderheid: ze zijn gek op ' kamperen' ! In het weekend zie je dan op allerlei parkeerterreinen felgekleurde koepeltentjes/tenten. Daar zitten veelal de vrouwen in want dan kan de sluier af. Buiten wordt op gas gekookt. 1 keer zagen we zelfs een tent in een grote truck container op een parkeerterrein, er om heen nog een aantal tentjes. De hele familie was aanwezig.

Al met al een bijzonder land met erg aardige mensen.

Wat betreft de foto's Iran deel 2 is aangevuld!!

Morgen vertrekken we met de trein (softsleeper) naar Turpan.

Heel veel groeten,

Piet en Marian

Turkmenistan

Inmiddels aangekomen in Samarkand, Oezbekistan. Ik zit weer boordevol belevenissendie ik wil vertellen, maar eerst even over vanavond. Er is er nu een groot festijn in het wereldberoemde Registan, een complex met een drietal zeer oude madrassa's (koranscholen). Een mode- en dansshow van een aantal zeer bekende Europese couturiers, compleet met live muziek en lasershow. Daarnaast uiteraard ook regionale en nationale folklore met als klapstuk een optreden van Julio Eglesias, de Ronnie Tober van een Spaans merk zonnebrandolie. We hebben entreeprijzen gehoord van $ 200,-. Dat zal voor de kleine, zichzelf verrijkende, toplaag hier geen probleem zijn. We zijn even op afstand wezen kijken, het zag er zeer fraai en professioneel uit. Veel mensen die naar binnen gingen/mochten, waren Westeuropees en/of zagen er enigszins extravagant uit (voor Oezbeekse begrippen). Er was een gigantische beveiliginging, zowel in uniform als in pakken (zonder stropdas).

Even terug naar Turkmenistan. De grensovergang van Iran naar Turkmenistan was een gebeurtenis op zich en vereiste het nodige geduld. We waren tevoren goed geinstrueerd door onze reisbegeleidster MJ. Je moest uiteraard eerst stuk voor stuk je paspoort laten zien, controle enz. Dan naar een medisch iemand (verpleegster) die vraagt of je gezond bent. Bij een positief antwoord schrijft ze het een ander op en geeft je vervolgens op een zeer klein papiertje een soort gezondheidsverklaring mee. We vroegen ons af wat er zou gebeuren wanneer je negatief zou antwoorden (hebben we maar niet uitgeprobeerd). Daarna een voor een je bagage door de scanner. Men probeerde duidelijk de groep uit elkaar te trekken zodat de reisbegeleidster niet overal tegelijk kon zijn om alles in de gaten. We moesten daarna, ieder apart, een formulier invullen waarop je de waardevolle spullen plus al het geld dat je bij je hebt, moet vermelden. Dat moet in duplo, een moet je zelf houden voor wanneer je het land weer uitgaat. De eerste twee hadden dat niet in duplo gedaan (hoefde nu volgens de dienstdoende beambte), MJ heeft hemel en aarde moeten bewegen om dat nog recht te zetten. Men was ook duidelijk uit op steekpenningen, maar MJ werkt daar nooit aan mee. Voor straf moesten zij en Hans alle bagage uitpakken, de 'zak in pak' (de hoogste baas aldaar) haalde elke zakje dat ie tegenkwam open. Uiteindelijk kwamen we er allemaal zonder kleerscheuren door en zijn we er ook weer uit gekomen.

Turkmenistan is een dictatoriale politiestaat waar de muren oren hebben, zelfs de Lonely Planet rept over het feit dat alle belangrijke hotels en ontmoetingsplaatsen 'bugged' zijn. Nijazov was de onbetwiste leider, hij overleed in 2006. Hij regeerde sinds de onafhankelijkheid in 1991 het land als zijn persoonlijk eigendom. Hij postioneerde zich als politiek en spiritueel leider van het land, er ontstond een een persoonlijkheidscultus rond zijn persoon. Hij veranderde zijn naam in Turkmenbashi 'Vader alle Turkmenen', voegde daar later nog de 'De Grote' aan toe. Zijn ideeen, op papier in de Rukhama, zijn verplichte kost voor elke Turkmeen en aanwezig in elk gebouw en, op zijn rekening, vertaald in 143 talen. Er zijn 30.000 exemplaren naar Nederland gestuurd. Zijn zoon heeft nu het roer overgenomen en schijnt nog een graad erger te zijn.

Overal in het land zijn portretten en standbeelden. Ashgabat is omgetoverd tot een kille, levenloze stad met de modernste architectuur, reusachtige paleizen, veel ministeriele gebouwen en gouden standbeelden van de grote leider; parken met ontelbare fonteinen. Prestige projecten betaald uit de opbrengsten van gas en olie, de voornaamste inkomstenbron. Er zijn veel nieuwe luxe woonflats (lijken een beetje op wat ik in de Emiraten heb gezien) waar nauwelijks iemand woont, ‘s avonds brandt er nauwelijks licht in appartementen. De mensen zijn zeer koel en gereserveerd en willen meestal niet met je praten, ze zijn bang. ' Big Brother is watching you'. Wanneer een Westerling niet zou komen opdagen in zijn hotel is hij zo gevonden, zo wordt gezegd.

In de gewone woonwijken is uiteraard nog veel Sovjetinvloed te bemerken. De vaak afschuwelijke woonflats, de stadsverwarming (overal zie je boven en langs de straat warme en koude buizen lopen), de oude Russische auto's naast de (zeer) luxe Europese wagens. Het lijkt erop dat veel in Duitsland gestolen auto's hier (via Rusland) terechtkomen (de D-sticker zit nog vaak achterop). De mensen in Turkmenistan en Oezbekistan gaan wel vaak kleurrijk gekleed en zijn gek op gouden tanden. In beide landen wordt veel wodka gedronken. Wanneer twee mannen zitten te eten staat er altijd tenminste een halve liter op tafel en die gaat geheid leeg. Het is wel bijzonder om na duidelijk Arabisch islamitische landen, nu in voormalige Sovjetlanden te zijn, die weliswaar ook islamitisch heten te zijn maar waar bijzonder weinig van te bemerken valt.

Ik ga ermee stoppen, het is al laat. Misschien dat ik een volgende keer nog iets meer vertel over Oezbekistan en dan ook over Kirgizstan waar we overmorgen heengaan: vier dagen kamperen in de kou. Ok leuk voor de verandering. Hier is het ‘s avonds ook al behoorlijk fris, afgelopen nacht had ik het koud.

Tenslotte nog iets over Nederland. Bij veel jongeren en ouderen is Holland bekend en polulair vanwege zijn goede voetbal. Namen als Gullit, van Basten en Koeman hoor je regelmatig, maar ook van der Sar, van der Vaart, van Persie enz. Een jongste bediende van ons hotel vertelde vol trots dat hij in zijn dorp Arjan Robben werd genoemd. Voetbal is blijkbaar een goed exportproduct, of zijn veel mensen gewoon gek van voetbal?

Ik kan helaas nog steeds geen foto's plaatsen. Het volgende bericht komt waarschijnlijk vanuit China. Tot dan....Marian & Piet.

Mashhad en Persepolis

Gisteren en eergisteren zijn we vanaf Yazd via Tabas ± 1000 km door twee woestijnen gereden. Het was daar momenteel niet echt heet, in de zomer kan het er meer dan 45 C zijn. Het was vaak heel vlak, soms echter glooiend en dan kwam je bij het omhoog gaan af en toe een bord tegen met het advies sneeuwkettingen te gebruiken. Uiteraard regelmatig kuddes kamelen gezien onderweg. Je wordt via, al of niet rood oplichtende, borden gewaarschuwd voor overstekende kamelen. Dat deed me denken aan Abu Dhabi waar je dat ook had en waarop mijn schoonzuster placht te zeggen 'humps ahead' (bij de 'speedbreaks' op de wegen werd deze waarschuwing gegeven).

We zijn nu Mashhad in het Noordoosten, onze laatste verblijfplaats in Iran. We zitten op ± 150 km van Afghanistan. (Eerder zijn we al in de buurt geweest van landen als Irak, Azerbedjan, Armenie en Georgie.) We hebben afscheid genomen van onze chauffeur Ali en zijn assistent Merdin. Twee fantastische mensen waar we van en mee genoten hebben.

Mashhad is de heiligste plaats voor de Shiitische moslims. Iran is het enige land waar het overgrote deel van de bevolking shiitisch is. De heilige schrijn van Imam Reza trekt elk jaar meer dan 12 miljoen bezoekers. De stad zelf telt 3 miljoen inwoners en oogt moderner dan je bij een nogal traditioneel islamitische populatie zou verwachten. Het inwonersaantal is met name sterk gestegen tijdens de oorlog met Irak (1980-88), om de simpele reden dat deze stad het verst van het strijdtoneel lag. Via de tv, grote borden langs de weg worden de mensen nog dagelijks herinnerd aan deze oorlog waarbij aan beide zijden 500.000 mensen om het leven kwamen. 300 dorpen en 87 steden werden door Irak gebombardeerd, 5 miljoen mensen verloren hun huis en 1,2 miljoen vluchtten naar elders in Iran. In Isfahan zijn we op een oorlogsbegraafplaats geweest: Glolestan-e-shohada (= rozentuin van de martelaren) wat heel indrukwekkend was. De oorlog heeft ook een massale geboortegolf veroorzaakt. Momenteel is bijna de helft van de bevolking onder de 25 jaar, ± 80 % kan lezen en schrijven en Iran beschikt over veel goed opgeleide arbeidskrachten.

We zijn vandaag naar het zeer uitgestrekte complex (75 ha) van Imam Reza geweest. Het geheel is sinds de revolutie van 1979 (Khomeiny) steeds groter geworden en breidt zich nog steeds uit. Het is een veelheid aan minaretten, moskeeen en gebedsruimten, met mozaiek betegelde wanden en ingangen enz. De shiitische moskeeen vallen binnenin vooral op door het gebruik van veel spiegelmozaiek. We hebben hier veel meer kunnen en mogen zien dan in Qom, Marian moest zich wel weer (voor de laatste keer) in haar chador hullen. Er waren uiteraard wel weer veel 'plumeau`s' aanwezig maar hier reageerden deze veel minder overspannen en streng dan in Qom.

Van reisgenoot Hans nog wat ervaringen betreffende van Isfahan e.d.:'Isfahan wat een geweldig mooie stad is dat, hetplein en de bruggen waren geweldig. Wat ook van belang is dat de vrouwen in Isfahan ook van bijzondere schoonheid waren. Een zwart jurkje tot halverwege de knie en daaronder een spijkerbroek, brengt dat alle aandacht naar het gezicht gaat en dat weten die meiden ook. Ze kijken je zonder schroom recht in je gezicht en dat maken ze zodanig op dat ik al eens een keer een op de stoepstaande brommer omver heb gelopen en bijna een groente uitstalinstallatie. Van Isfahanzijn we naar Shiraz gereden, ongeveer 450 km naar het zuiden, de wegen in Iran zijn goed. Er is een uitgebreid wegenaanlegplan en overal worden wegen verder aanpepast4 tot 6 baans is geen uitzondering, daar kunnen we echt nog wat van leren.'

We zijn een week geleden in Persepolis geweest. Een fantastische ervaring (Eric had ons in Nederland hier al enthousiast voor gemaakt). Het is een paleizencomplex waarvan de bouw startte in ± 518 voor Christus. Het is het grootste overgebleven meesterwerk van de antieke beschaving in het Midden Oosten.Hans schrijft hier het volgende over:'Gisteren heel vroeg opnaar Persepolis, zoek maar op via Google, een door Darius en later zijn zoon Xerxes gebouwd enorm paleis waar eens per jaar alle koningen en andere hoogwaardigheid bekleders uit het 'groot perzische rijk', Darius eer kwamen bewijzen, de nodige kado's brachten en belasting betaalden. Darius accepteerde de verschillende godsdiensten en gewoontes van de 26 rijken die hij had overwonnen en had daaromtrent een protocol opgesteld, dat indien wij dat protocolnu nog zouden hanteren de wereld er beduidend beter zou uitzien. Alexander de Grote heeft dit paleis geplunderd en had 3.000 kamelen nodig om alle zilver en gouden voorwerpen te vervoeren. Daarna is de boel in de brand gegaan, het rijk gedeeltelijk inhanden van Alexander overgegaan en zo was dat Perzische rijkvoorbij. De beeldhouwerken die nog over zijn, zijn van een enorme schoonheid zelfsharen van mens en dier zijn zichtbaar.' We hopen ook nog een keer foto`s van Persepolis op de site te kunnen plaatsen, nu lukt dat even niet.

We zijn nu halverwege onze Zijderoutereis en we genieten nog steeds. We hebben veel gezien en ervaren, soms teveel. Morgen gaan we naar Turkmenistan. De grensovergang aan Turkmeense kant schijnt een drama te (kunnen) zijn. We zullen zien. Marian en de overige vrouwelijke reisgenoten zullen wel blij zijn niet meer verplicht een hoofddoek te hoeven dragen. En we kunnen weer een biertje of een wodka drinken. Bavaria en nog een paar Nederlandse merken (o.a. Classe Royale) doen met hun Malt bier overigens goede zaken in Iran. Die Malt wordt zelfs ook in allerlei fruitsmaken verkocht, niet te drinken overigens (is Marian het niet mee eens).

Voorlopig even geen internetverhalen: in Turkmenistan en Kirgizstan is het onmogelijk, in Oezbekistan zou misschien kunnen. Bedankt voor alle leuke reacties. Het is ondoenlijk om erop te reageren, ze worden wel erg op prijs gesteld. Reacties blijven dus welkom, het stimuleert ons om toch om regelmatig wat te schrijven.

Tot de volgende keer, Marian & Piet

Qom en de plumeau's

We zitten nu in Shiraz, een teleurstellende, wat morsige stad. Mischien komt dat ook wel door de vorige plaats die we aandeden: Isfahan. Voor ons de mooiste stad tot nu toe, o.a. vanwege de bijzondere bruggen, het op een na grootste plein ter wereld (het grootste doen we ook nog aan) en een geweldige moskee. Hans schrijft hierover: 'Deze moskee is groot en helemaal met blauwe tegeltjes betegeld en met zoveel werkjes bekleed dat je er werkelijk stil van wordt. Isfahan is verder een moderne stad. Van de steden en dorpjes die we tot op heden hadden bezocht kregen we de indruk dat de tijd in Iran 50jaar had stilgestaan.'

Op weg naar Kashan hebben we een bezoek gebracht aan de heilige stad Qom. Reisgenote Trudy doet hieronder verslag van ons bezoek aan de moskee en mausoleum van Fatima, dochter van de 7e imam en zuster van Imam Reza.
'Vanaf de grens van Iranwerden we door Marie Jose (reisleidster) voorbereid op het bezoek aan de mullah van Qom. Een chador (een zwarte lap van 5 meter met een ronde achterkant tot aan de grond...ook wel pinguinlap genoemd door onze groep) is dan een eerste vereiste. MJ vertelde dat het helemaal geen probleem was die in Iran te kopen. In Damascus waren we er ook al achteraan geweest in de soek. Yente en Ineke hadden al een mooie zwarte robe-manteau gekocht, maar onvoldoende volgens MJ. In Sanandaj, de laatste plaats voor Qom, zou het moeten lukken. 's Morgens direct om 9.00 vertrokken met goede zin, zijn van kastje naar de muur gelopen - veel respect voor Piet en Hans, die sportiefonder 40 graden C. met ons mee zochten geduldig en wel - (af en toe een slok water achter een muur of onder in een kelder achter de trap enaan eten vielal helemaal niet te denken) totdat we ten einde raad een groepje van 5 vrouwen (4 in chador en 1 in zwart jasje (modern) hebben aangeklampt om 17.00 .

Zij wilden ons de weg wel wijzen. Het is natuurlijk zo dat chador-vrouwen niet of nauwelijks Engels verstaan en de 'niet-dragende' chadors, weten niet waar je ze koopt.We gingen dus met de hele karavaan de soek in,5 Iraanse vrouwen en wij 4-en, mannen waren gaan internetten rond 16.00. Uiteindelijk een stoffenwinkel + een naaiman, die4 chadors wilde naaien en afleveren rond 20.00 aan hotel. We waren gered, op maat gemaakt a 10,50 euro p.p.!!!

's Morgens in de bus naar Qom werden we door MJ voorbereid op de audientie bij de mullah, zoals:

* hij vertelt en je luistert devoot;

* geen pittige vragen stellen als ' wat is het verschil tussen religie en tirannie?'!!

* heren: donkere stemmige kleren aan en lange mouwen;

* dames in chador: lap boven de wenkbrauwen strak trekken, vouwen met binnenkant van hand naar je mond en loop naar het binnenplein van moskee;

* denk om de man/vrouw met plumeau (roze, blauw of groen lichtgevend) in een blauw goedkoop conducteurspak.

Aangekomen op parkeerplaats voor moskee nog even oefenen met chador, fotosessies en op naar... de mullah. Helaas we moesten naar de ingang 4. MJ riep naar Yente, Marian, Ineke en mij (de mooiste chadors) direct de moskee in te gaan, devoot als nonnen.

De iman riep ons al luid door de luidsprekers naar binnen. Voor de ingang uiteraard de bergschoenen uit en in plastic zak onder de grote chador (voor de ' plumeau' is dat al eenherkenning dat je niet moslim bent en niet naar de shrine en de spiegelkamers (sterrenhemelen) mag. Yente en Marian gingen gauw een kant op en Ineke en ik de andere kant op om de 'plumeau's' te ontwijken en natuurlijk heel devoot allemaal. We waren eigenlijk nog zenuwachtig ook.

Ineke en ik liepen regelrecht door de3 spiegelzalen heen vol met (luid) huilende en biddende, etende, lezende vrouwen en tussen spelende kinderen door naar de shrine. Een grote tombe met een zilveren hekwerk, veel gekleurd glas en veel geld achter het hekwerk. Erg kitserig. Ien en ik hebben alles flink in ons opgenomen, knielden nog wat en liepen verdernaar de vrouwenafdeling van de moskee, waar de iman druk aan de soeries was.

Daar kwam de 'plumeau' of we moslim waren???? Ien deed of ze het niet verstond, maar na 3 herhalingen moesten we mee naar het kantoortje en gaan zitten op 2 grote stoelen achter een tafel en de ' plumeau' ervoor. Er werd gebeld. Onze temperaturen stegen met al onze kleren aan, chadoren opwinding geweldig!!! Na 10 minuten of ik aan de telefoon wilde komen. Engels sprekende man, die zich verontschuldigde omdat we niet de shrine mochten zien,.... heel jammer vond hij en ikstemde ermee in. Ik moest mijn camera nog latenzien, maar kon gelukkig met de andere hand (een hand chador voor mond) mijn bergschoenen laten zien. Alles oke en dus mochten we wel naar de vrouwenafdeling. Ineke had natuurlijk wel een dikke camera, maar daar zijn ze niet achter gekomen.

De vrouwen zaten inmiddels in3 lange rijen tegenover elkaar met kleine korantafeltjes te bidden. Ik denk dat er wel 500 vrouwen in totaal in die rijen zaten en misschien wel 6000 bij elkaar door de moskee en in de spiegelzalen. Hoe zouden we onze groep terug kunnen vinden en al helemaal Yente en Marianne tussen al die pinguins. Weer een zorg, want we hadden verder niets afgesproken. Ien en ik toch maar naar het ander plein dat we door de deuren zagen. Daar zagen we de andere groepsleden die zeer teleurgesteld alleen het plein mochten oversteken en niets van de moskee mochten zien en al helemaal niet bij de mullah waren geweest.

Wij weer terug, want we hoorden niet bij de groep. Weer in de moskee werden we door de vrouwelijke ' plumeau opgevangen en de moskee uit verwezen!!!! Wat een ervaring! Gelukkig toch was de chadormoeite niet voor niets geweest, wat een gekte en wat een sneuheid.'

De mannen werden steeds tegengehouden door mannelijke plumeau's. We mochten twee keer het eerste plein oplopen en bij de gratie Allahs enige foto's nemen en dat was alles. De mullah hebben we nooit gezien en dus ook geen lastige vragen kunnen stellen.

De volgende keer komen we met een 'Allerlei' verhaal. Hopelijk lukt dat nog voor we Iran uitgaan, soms ligt het Internet er helemaal uit. In de landen erna zal het nog moeilijker worden om te internetten en/of te telefoneren.

Groet vanuit Iran waar gelukkig de Ramazan is afgelopen, Marian & Piet.

Iran – eerste indrukken

Inmiddels zijn we al weer een aantal dagen in Iran, het eerste land waar we beiden nog niet eerder geweest zijn. Bij Tabriz (een centrale stad in Noordwest Iran) zijn we Iran binengekomen. Vervolgens naar Takab (1780 m) via Kanduvan, een dorp tegen en in het karstgebergte gebouwd; rotsen steken steil uit boven het omliggende platteland; Cappadocie (Turkje) in het klein. Van Takab naar Sanandaj (waar we nu zijn) via Takht-e-Soleyman (= Troon van Salomon), op 2200 m, volgens de overlevering de geboorteplaats van de profeet Zarathustra. Tijdens de Sassanidische periode was het een zeer belangrijk religieus centrum waar een van de 3 heilige vuren van de Zoroastriërs brandde. Op de heuvel bij een kratermeer zijn de resten van een zeer groot Sassanidische paleis en een Vuurtempel te bezichtigen. De route was is prachtig: woeste bergachtige natuur met kundig gebouwde bergdorpen. Sanandaj is schitterende gelegen, aan alle kanten hoge, woeste bergen. Één van de meest 'Koerdische' steden, (gevluchte) Koerden uit Irak en Turkije samen met Iraanse Koerden.

Nog even terug naar de grensovergang Turkije-Iran. In de bus op weg naar de grens hadden we nog heel lang de berg Ararat (met zijn besneeuwde top) in beeld. Bij iedereen was een verwachtingsvolle spanning waar te nemen. We keken allemaal nieuwsgierig uit naar het 'onbekende' Iran. Onze Turkse chauffeur is met onze bus zover mogelijk doorgereden tot vlak bij de grensovergang, het niemandsland. We hoefden met onze bagage maar een klein stuk (tussen hekken) te lopen. Onze reisgenoot Hans heeft de grensovergang en de eerste kilometers in Iran als volgt beschreven:

'Het over de grens gaan met Iran ging gesmeerd. We waren gewaarschuwd dat het mogelijk erg lang kon duren. De douane leidde ons echter langs kilometers lange rijen met vrachtwagens en binnen eenuur was het nodige geld gewisseld en stonden we in Iran. De waarschuwingen waren: niet eten ook niet in de bus of met de gordijnen dicht, vrouwen in lange kleding met hoofdoek ook in de bus en geen aanleiding geven tot wat dan ook aan voorbij rijdend verkeer. Na ca 20 minuten zette de chauffeur de bus buiten de stad aan de kant van de weg een beetje verborgen achter de bomen, haalde een heetwatercontainer uit de bagage en vroeg wie er koffie en wie thee wilde, de bijrijder had in middels gebak ergens vandaan gehaald. 10 uur 's morgens koffie met gebak in de Ramandan tijd ' welkom in Iran'. Iemand vroeg nog hoe het zat met niet eten etc. Het antwoord... we zijn reizigers en moeten op krachten blijven. In Iran is alles mogelijk als het maar stiekum gebeurd. Een boek met dezelfde tekst had ik ook al eens gelezen.'

Bij de grensovergang hebben we allemaal Euro's omgewisseld in Rials en voelden we ons allen Iraans miljonair: 150 Euro levert meer dan 2 miljoen Rials op. In Iran kunnen we niet pinnen, een boycot van de Westerse bankwereld. De Iraniers zelf maken volop gebruik van 'eigen' pinautomaten. Bij de grens kwamen we ook nog een jonge Zweed op de fiets tegen. Hij heeft een jaar uitgetrokken om de wereld rond te fietsen. In Zweden begonnen, in Bulgarije zijn laptop ontstolen, (zijn broer heeft een Ipod met veel muziek naar Theran gestuurd), door Iran naar Pakistan, door China, met vliegtuig over naar Amerika, fietsen van West naar Oost Amerika, terug naar huis. Hij zag er opmerkelijk fit en gezond uit.

We reizen hier rond in een vrijwel nieuwe, luxe bus van Chinese makelij, YuTong. De chauffeur en zijn maatje zorgen zeer goed voor ons en zijn bovendien zeer aardige mensen. Regelmatig moeten zij zich ook met papieren (betreffende de passagiers) melden bij politieposten die wij onderweg passeren. Toch iets van 'Big Brother', het geeft echter geen problemen. De gezagsdragers zijn hier, net als in Turkije, uiterst vriendelijk tegen ons. De wegen zijn goed.

We voelen ons hier zeer op ons gemak. Zeer vaak worden we op straat aangesproken door Iraniers die vragen waar we vandaan komen en die ons vervolgens welkom heten. Vaak hoor je alleen maar een 'Welcome', of wordt er een vriendelijke hand opgestoken. In Takab zijn we al bij een docent Engels thuis geweest waar hij zijn eigen 'instituut' heeft. Als docent werk je 4 dagen in de week op een school. De andere dagen geeft hij leerlingen prive lessen Engels op zijn instituut.

Tenslotte nog een stukje van Hans: 'Het eten is eenvoudig kip, lam of gehakt met rijst. Gisteren uitgenodigd met de hele groep door een plaatselijke autoriteit vanwege het einde van de rouwperiode betreffende Imam Ali die ca 600 jaar geleden is vermoord in een moskee. Deze Imam is voor ons een goede omdat hij heeft aangegeven dat toeristen die moslimlanden bezoeken de protectie van de staat moeten hebben. Daar hebben we wat aan. Dus rouwen we mee en vieren het feestals het weer over is. Wat alcohol betreft zijn de moslims wel consequent in Iran. Bavaria alcohol vrij is in Ramadan tijd het hoogst haalbare.'

Volgende keer weer foto's.